Intölten van viergangers
Viergangers moet je goed drijven en verzamelen om ze te leren tölten. De tölt moet je als het ware wat dieper uit het paard weghalen dan bij vijfgangers. Bij viergangers moet vaak ook eerst aan de nageeflijkheid in mond en nek gewerkt worden.
In het begin kan de vierganger waarschijnlijk alleen maar heel langzaam tölten (weinig sneller dan stap). Oefen steeds kleine stukjes tölt en laat het paard tussendoor rustig stappen.
Je kunt zelf de ophoudingen maken die nodig zijn om het paard in tölt te krijgen, maar je kunt de ophoudingen ook overlaten aan een begeleider die je helpt, bijvoorbeeld via een halster en een touw. Zeker als je steeds erg duidelijke en krachtige ophoudingen moet geven om te kunnen tölten, is dit verstandiger. Je spaart dan de mond van je paard.
Na wat oefening wordt de tölt voor een vierganger een normale gang en eenvoudiger te rijden. Wel blijft het vaak zo dat de ruiter een vierganger vaak meer moet helpen om de benodigde spanning op te bouwen en te behouden. Maar ook dat
kan op termijn met subtiele hulpen.