Intölten van vijfgangers



Vijfgangers kun je bij het intölten beter in een iets hoger tempo rijden (middentempo). Vaak kunnen jonge vijfgangers gemakkelijker tölten als je heel licht zit, omdat ze anders snel hun balans verliezen, met als gevolg dat ze hun rug bollen en te lateraal worden. Gaat het paard te veel richting telgang (schweinepass) doordat hij zijn balans verlies, dan geef je even iets minder druk. Is het paard echter lateraal doordat hij niet actief genoeg is met zijn achterhand (dat is een kwestie van goed aanvoelen!), dan geef je juist iets meer druk door middel van drijven en opvangen. Ook als het paard te veel richting draf gaat, geef je meer druk.
In de eerste fase van de tölttraining vertoont de vijfganger vaak onbalans en onregelmatigheid in de tölt. Probeer dit niet steeds te corrigeren, want dan verstoor je de balans van je paard alleen maar verder. Naarmate hij vaker loopt, zal het jonge paard meer balans krijgen en als jij hem goed helpt, komt die balans precies op de tölt te liggen.
Paarden die onder de ruiter lateraal worden, worden als regel te veel gestoord in de rug of in de mond, waardoor ze niet richting de draf (ontspanning) komen. Laat daarom paarden, die snel lateraal worden in stap en tölt, regelmatig een stuk draven, zodat ze die noodzakelijke ontspanning wel krijgen.
Een vijfganger blijft in de regel vaak een type paard waarbij je steeds weer subtiel met de balans moet spelen om precies de zuivere tölt te vinden en te behouden.