Telgang
Telgang wordt bij IJslanders alleen positief gewaardeerd als het snel is. Deze gang wordt op IJsland gebruikt voor rennen. Nog steeds worden de rennen gehouden over 150 en 250 meter. Langer kan een paard deze snelheid niet volhouden, dan dooft het uit. Het is dus een echte krachtsexplosie die als regel vanuit galop wordt gereden.
Immers galop is eigenlijk al een laterale gang. We onderscheiden immers de linkergalop en rechtergalop. Bij de linkergalop springt het paard met zijn linker benenpaar voorwaarts en blijft dat ook doen. Doordat hij zijn linkervoorbeen vooruit laat grijpen, houdt hij zijn hoofd naar rechts afgebogen. Door hulpen te geven zodat het paard in de rechtergalop overspringt, heb je de eerste telgangstappen al binnen.
Door het paard vanuit galop in
Telgang te leggen, te drijven maar niet te storen, en zo te steunen in zijn gang kan een snelheid van 45 km per uur over 250 meter worden ontwikkeld (voor wereldrecords en de World ranking zie
FEIF). Omdat de gangenaanleg en het temperament per paard verschillen, zie je in de praktijk dat elke ruiter weet hoe zijn specifieke paard uit de galop in de telgang kan helpen.
IJslanders worden van goed gereden telgang over het algemeen erg wakker. Meestal ontwikkelt het temperament zich hiervan nog meer en kunnen zij erg ‘heet’ worden. Goed telgang rijden moet daardoor doordacht geoefend worden. Voor de meeste paarden is het verstandig om te wachten met het rijden van de telgang tot ze lichamelijk sterk genoeg zijn en geestelijk volwassen genoeg om controleerbaar te blijven.
Paarden worden pas vijfganger genoemd als ze naast de laterale aanleg, ook echt de wil hebben om snel te gaan. Tenslotte een paard rijdt pas in telgang als er een zweefmoment is tussen de passen (het paard springt van het ene benenpaar naar het andere).